Bereidingstijd: 20 minuten
Opstijven: 12 uur
Bereiding:
- De vulling: Week de gelatineblaadjes in koud water, meng de eierdooiers met de room, snijd de korst van de brie en snijd hem dan in kleine blokjes. Smelt de boter in een pan en voeg al roerend de gezeefde bloem toe. Laat de roux al roerend even drogen tot je de geur van koekjesdeeg ruikt.
- Voeg de melk toe en breng al roerend aan de kook. Zet de pan van het vuur als de melk kookt, knijp de gelatineblaadjes uit en voeg deze onder de warme saus. Blijf roeren. Voeg de kaas toe en bestrooi met peper, zout en nootmuskaat. Voeg dan de room met de eierdooiers toe. Zet de pan nu nog heel even op het vuur zodat de kaas kan smelten en de saus goed kan binden. Het kaasmengsel moet niet meer koken! Vergeet niet te blijven roeren!
- Giet het kaasmengsel nu uit in een geoliede schaal. Het kaasmengsel moet een dikte hebben van zo’n 2cm. Druk een vershoudfolie op het kaasmengsel, zodat het niet uitdroogt en laat het minstens 12u rusten in de ijskast.
- Het paneren: Bedek een snijplank met bakpapier en stort het opgesteven kaasmengsel hier op uit. Snijd het kaasmengsel in rechthoekjes van ongeveer 4cm op 5cm. Indien je de kroketjes als aperitiefhapje wilt opdienen, snijd je ze best wat kleiner. Vul nu een schaal met bloem, een schaal met paneermeel en een schaal met de losgeklopte eiwitten samen met een scheutje olie, peper en zout. Wentel elke rechthoek eerst door de bloem, klop af, dan door het eiwit, klop af, nog eens door de bloem, klop weer af, nog eens door het eiwit, klop terug af en dan door de panko of het paneermeel.
Laat de kroketten nog een uurtje opstijven in de ijskast. Bak de kroketten tenslotte goudgeel op 180°.